Schouderspieren

Spieren van het schoudergewricht die belangrijk zijn voor de schouderstabiliteit:

  • Rotator cuff
  • Lange kop van de musculus biceps brachii

Rotator cuff

De spieren van de rotator cuff hebben de functie de kop van de bovenarm in de kom van het schouderblad te houden. De pezen van de rotator cuff zij verbonden met het gewrichtskapsel, daarom hebben zij ook als functie het gewrichtskapsel strak te trekken. De rotator cuff bestaat uit:

  • Musculus supraspinatus
  • Musculus teres minor
  • Musculus subscapularis
  • Musculus infraspinatus

De oorsprong van de rotator cuff spieren bevindt zich op de randen van het schouderblad. Alleen de musculus subscapularis loopt aan de voorzijde van het schouderblad. Hij hecht aan op het bospunt dat we tuberculum minus noemn, dat zich bevindt op het bot van de bovenarm. De overige drie spieren van de rotator cuff lopen over de achterkant van de schouder. Zij heten aan op het bospunt dat we tuberculum majus noemen, dat zich ook bevindt op de bovenarm. Als je van boven naar beneden kijkt, dan vindt je de spieren in de volgorde: musculus supraspinatus, musculus infraspinatus en musculus teres minor.

Musculus biceps brachii (de biceps spier)

De wel bekende biceps spier (ook wel musculus biceps brachii genoemd) behoort niet tot de rotato cuff. Toch heeft ook deze spier (deels) als functie bij te dragen aan de stabiliteit van de schouder. De spier bestaat aan de bovenkant uit twee koppen. De korte kop noemen we caput breve. De lange kop noemen we caput longum. De korte kop zit vast aan een haakvormig botpunt aan de voorzijde van het schouderblad dat we processus coracoides noemen. De korte kop doet niets met de stabiliteit van de schouder. De pees van de lange kop loopt aan de bovenkant over het schoudergewricht. Hierdoor voorkomt deze pees de het naar boven schieten van de schouderkop.

Musculus deltoideus

De musculus deltoides bevindt zich aan de buitenzijde van de schouder. Hij geeft zo vorm aan de schouder. Deze spier bevindt zich boven de andere structuren in de schouder. De functie van de musculus deltoides is het zijwaarts bewegen van de arm (naar buiten toe). Het begin van deze beweging wordt ingezet door de musculus supraspinatus, na 15 graden gaat de deltoideus meedoen.

De deltoideus start aan de onderrand van de spina scapulae, de buitenste (laterale) rand van het acromion en het laterale deel van het sleutelbeen. De spina scapulae is een randje dat aan de achterzijde van het schouderblad te voelen is. De musculus deltoideus hecht aan op het tuberculum deltoideum. Dit is een verruwing op het bot van de bovenarm.

Musculus trapezius

De musculus trapezius begint aan de onderkant van de schedel, het ligamentum nuchae en de uitsteeksels van de wervels C7 t/m T12. Deze spier ligt net als de deltoideus erg oppervlakkig en is dus goed zichtbaar (en voelbaar). De musculus trapezius hecht aan op de bovenrand van de spina scapulae (een deel van het schouderblad), het acromion (ook een deel van het schouderblad) en het buitenste (laterale) deel van het sleutelbeen.